Natuurlijke kunstmest na mestverwerking
Mestscheiding gevolgd door mestraffinage levert “kunstmest” op van dierlijke oorsprong, met wel de voordelen maar niet de nadelen. Met deze “kunstmest” verbruiken veehouders en akkerbouwers minder energievretende kunstmest, terwijl ze de gewassen toch precies kunnen bemesten met weinig verliezen van mineralen. Bovendien zijn er minder transportbewegingen, doordat de bedrijven minder of geen mest hoeven af te voeren of “kunstmest” hoeven aan te voeren.
Scheiden
Het proces van scheiding en raffinage begint met het scheiden van drijfmest in een dikke en dunne fractie. De dikke fractie, waar veel fosfaat in zit, is zeer geschikt als organische meststof. Deze meststof verbetert de bodemvruchtbaarheid en de ziektewerendheid van de bodem, wat ook ten goede komt aan de biodiversiteit. Wel moet bij het nieuwe mestbeleid een gedeelte van het overschot aan mest aan gecertificeerde mestverwerkers worden geleverd. Het is nog onduidelijk of mestraffinage daaraan voldoet.
Goed voor het milieu en de portemonnee
De rest van de mineralen blijft achter in de dunne fractie en zijn er als stikstof-, kalium- of stikstofkalium-concentraat uit te halen door de mest te raffineren. Deze concentraten hebben hebben eenzelfde werking als “kunstmest”; ze zijn afzonderlijk in te zetten afhankelijk van de behoefte van grond en gewas. Aangewend onder de juiste weersomstandigheden verminderen daardoor de emissie van ammoniak en broeikasgassen en de uitspoeling van mineralen naar het oppervlaktewater. Bovendien gaat de opbrengst omhoog, wat goed is voor de portemonnee! Helaas zijn de technieken om de meststoffenfracties in de mestraffinage te scheiden nog onvoldoende doorontwikkeld en is de regelgeving nog niet aangepast aan het gebruik van mineralenconcentraten als kunstmestvervangers. Mestraffinage levert niet alleen deze mineralenconcentraten, maar kan ook biogas of beter groen gas leveren. Dat betekent dat de raffinage zelf de energie oplevert, die nodig is om de raffinage te laten plaatsvinden. Gas dat overblijft kan de veehouder inzetten voor de energiebehoefte op het eigen bedrijf of als groen gas aan derden leveren. Zo maakt hij minder kosten of heeft hij extra inkomsten in zijn portemonnee!
ir. Ad Merks (communitymanager)
