EU verslag over zuivelmarkt en “melkpakket”

administratie papierwinkel papieren boekhoudingDe Europese Commissie heeft in juni 2014 een verslag over de ontwikkelingen op de zuivelmarkt en de werking van het “melkpakket” van 2012 gepubliceerd. Het verslag beschrijft de vrij positieve vooruitzichten voor de zuivelmarkt, maakt de balans op van de uitvoering van de bepalingen en de mogelijkheden van het “melkpakket” en bevat verdere overwegingen in het licht van het einde van de quotaregeling in 2015. Het is inmiddels ook voorgelegd aan de Europese ministers van Landbouw.

Uitvoering van het “melkpakket”

Het zogenoemde “melkpakket”, dat in 2012 volgens de medebeslissingsprocedure is vastgesteld, is erop gericht de positie van de zuivelproducenten in de zuivelbevoorradingsketen te versterken en de sector voor te bereiden op een meer marktgerichte en duurzamere toekomst. Daarbij is er met name naar gestreefd lessen te trekken uit de crisis op de zuivelmarkt in 2009. De lidstaten kunnen ervoor kiezen schriftelijke contracten tussen melkproducenten en verwerkende bedrijven verplicht te maken. De melkveehouders hebben de mogelijkheid om via producentenorganisaties collectief onderhandelingen te voeren over contractuele voorwaarden, inclusief de prijs van rauwe melk. Dankzij specifieke EU-voorschriften voor brancheorganisaties kunnen actoren in de zuivelbevoorradingsketen overleg plegen en een aantal activiteiten uitvoeren, en mogen de lidstaten onder bepaalde voorwaarden regels toepassen om het aanbod van kaas met een BOB/BGA te reguleren.
Uit het verslag van de Commissie blijkt dat contracten tussen melkproducenten en melkverwerkende bedrijven in 12 lidstaten (Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Portugal, Roemenië, Slowakije en Spanje) verplicht zijn geworden terwijl in andere lidstaten (België en het Verenigd Koninkrijk) codes van goede praktijken zijn overeengekomen tussen melkproducenten en organisaties van melkverwerkende bedrijven. Nationale bepalingen voor de erkenning van producentenorganisaties (PO’s) hebben geleid tot 228 officieel erkende PO’s in zes lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Tsjechië). In vier van deze lidstaten (Duitsland, Frankrijk, Spanje en Tsjechië) hebben PO’s collectieve onderhandelingen gevoerd over 4 tot 33 % van de totale leveringen. Twee lidstaten (Frankrijk en Italië) hebben regels toegepast voor de regulering van het aanbod van bepaalde BOB/BGA-kazen.

Waarnemingspost Melkmarkt opgericht

De Commissie meent dat het nog te vroeg is om aanzienlijke effecten van het “melkpakket” op de melksector – met name in achterstandsgebieden – te zien. De voorbereidingen die nodig zijn om daadwerkelijk van de mogelijkheden van het melkpakket gebruik te maken, zoals de oprichting van producentenorganisaties en het organiseren van collectieve onderhandelingen, vragen tijd en een krachtige dynamiek van de landbouwers zelf.
Voorts heeft de Commissie met het oog op de periode na het verstrijken van de quotaregeling onlangs de Europese Waarnemingspost Melkmarkt (MMO) opgericht, die moet leiden tot meer transparantie van de markt en betere marktanalyses ten behoeve van de marktdeelnemers voor het nemen van hun zakelijke beslissingen. De MMO zal de Commissie bijstaan bij het toezicht op de marktontwikkelingen, bij de proactieve ontwikkeling van “vangnet”-bepalingen en bij de reactie op uitzonderlijke omstandigheden.
Ondanks de grotendeels positieve vooruitzichten voor de mondiale zuivelmarkten, met aanzienlijke groeimogelijkheden de volgende jaren, blijkt uit het verslag dat twijfels zijn gerezen over het vermogen van het regelgevende kader van de EU om het hoofd te bieden aan extreme marktvolatiliteit of aan crisissituaties na het aflopen van de quotaregeling, met name met het oog op de evenwichtige ontwikkeling van de melkproductie in de Europese Unie en het vermijden van extreme concentratie in de meest productieve gebieden. In het verslag bevestigt de Commissie haar voornemen om het debat voort te zetten om deze problemen aan te pakken en de behoefte aan en de ruimte voor extra instrumenten na te gaan.

Met dank aan vakblad Landbouwleven voor deze goede samenvatting!