Melken en voeren in een quotumloos tijdperk

DSC_0068Het einde van het melkquotum tijdperk komt steeds dichterbij voor de melkveehouders. Ook binnen de zuivelindustrie wordt er volop voorgesorteerd op extra melkaanvoer vanaf 2015. Op basis van investeringen in verwerkingscapaciteit wordt zelfs rekening gehouden met 20 tot 25% extra melkproductie, volgens Alfa in haar melkveerapport 2014 “Cijfers, die Spreken”.

Uitbreiding met financiële risico’s

Naar verwachting zal een groot deel van deze extra melk geproduceerd gaan worden door bedrijven, die de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in uitbreiding van stalcapaciteit. veelal zal dit gepaard gaan met intensivering van de bedrijfsvoering. Met name voor intensieve bedrijven is het realiseren van een optimaal voersaldo van essentieel belang om concurrerend te kunnen produceren. Het kostprijsplaatje voor de extra kilo’s boven de “zelfvoorzieningsgraad” van ruwvoer ziet er veel anders uit, dan wanneer al het ruwvoer op het eigen  land kan worden gewonnen! Voerkosten kunnen in die gevallen oplopen tot 20 cent (10 tot 12 cent ruwvoer en 8 cent krachtvoer) per kg melk. Ook moet volgens Alfa rekening gehouden worden met mestafvoer en mestverwerking. De kosten daarvan zijn te begroten op 3 tot 5 cent per kg melk. Samen met 3 cent veekosten kunnen de totale toegerekende kosten hiermee oplopen tot wel 28 cent, waarvan nota! Wanneer we volgens de Alfa begrotingsnormen uitgaan van een melkprijs van 34 cent en 2 cent omzet & aanwas, is er slechts 8 cent beschikbaar voor arbeid, huisvesting, rente en rendement.

Kritieke melkopbrengst wordt belangrijk

De graadmeter voor de financiële gesteldheid van bedrijven is de kritieke melkopbrengst (Alfa hanteert dit begrip). Over het boekjaar 2013 was hier een stijging zichtbaar tot 35 cent per kg melk. De kritieke melkopbrengst geeft de melkopbrengst weer, waarbij nog net de lopende uitgaven voor de bedrijfsvoering kunnen worden betaald, inclusief de aflossingen, vervangingsinvesteringen en privé-onttrekkingen. Indien de kritieke melkopbrengst meerdere jaren dichtbij de ontvangen melkprijs ligt, is er nagenoeg geen ruimte om financiële reserves op te bouwen. Een melkprijs van 40 cent doet meer recht aan de werkelijk gemaakte kosten en arbeid, aldus Alfa. Wanneer we eigen arbeid waarderen tegen een reële vergoeding per uur, zou de marge zelfs negatief zijn! Omdat dit in de praktijk echter niet gebeurt, is er ruimte om een buffer te creëren. Dit zal uw bedrijf in staat stellen financieel moeilijke periodes zonder problemen door te kunnen komen. En geeft dit armslag om noodzakelijke investeringen te doen of te reserveren voor (incidenteel) grote kosten. Maar misschien nog belangrijker: voor te sorteren op een eventuele bedrijfsovername!

Voor meer informatie, zie het melkveerapport 2014 “Cijfers, die Spreken” van Alfa accountants en adviseurs. De website van Alfa te Wageningen is www.alfa.nl, hier staat de ondernemende mens centraal.